Lekkere zomerrecepten: geniet van heerlijke maaltijden!

Bij DB Keukens zijn we niet alleen gepassioneerd over mooie keukens, maar ook over lekker eten. In de zomer nemen we graag langer de tijd om iets lekkers op tafel te zetten. Want wat is er gezelliger dan lekker met z’n allen genieten van goed eten en mooi weer!

In deze blog lees je over een paar favoriete recepten van onze collega’s. Van verfrissende salades tot lekkere warme gerechten en makkelijke bakrecepten.

Bereiding:

Maak de bleekselderij en bosui schoon. Snijd de bleekselderij in dunne plakjes en de bosui in dunnen ringen. Snijd de appel in kleine stukjes.

Meng daarna alle salade ingrediënten met elkaar in een schaal.

Doe de ingrediënten voor de dressing in een schaaltje en mix deze met een lepel goed door elkaar.

Schep de dressing door de salade heen, en je bent klaar! De salade kan meteen geserveerd worden, of bewaar hem in de koelkast voor later.

Bereiding:

Snijd de krieltjes en kook de krieltjes zoals staat vermeld met een beetje zout.

Laat de krieltjes helemaal afkoelen na het koken, dan zijn ze lekkerder in de salade.

Bak de gekruide kipfilet in een pan met olijfolie. Bak elke kant 2-3 minuten. Bak daarna de kipfilet voor nog 5 minuten totdat deze helemaal gaar is.

Snipper de halve ui en snijd de tomaten en komkommer in blokjes.

Meng in een kom de mayonaise, witte balsamicoazijn en een beetje Italiaanse kruiden. Gebruik 1 theelepel kruiden per persoon.

Voeg in een saladekom de krieltjes, cherrytomaten, komkommer, ui en veldsla samen. Meng daarna de dressing door de salade heen. Breng de salade eventueel op smaak met zout en peper.

Snijd de kipfilet in plakken.

Serveer de salade op een bord en leg daarbovenop de plakken kipfilet.

Bereiding gehaktballen:

Haal de korsten van het witte brood af en laat ze eventjes weken in een flinke scheut witte wijn. Rasp je ui tot puree.

Haal het brood uit de wijn en knijp het een beetje uit.

Mix het brood, (puree)ui, knoflook, opgeklopt ei, peterselie, oregano, komijn, zout en peper samen met het gehakt in een kom. Laat deze mix minimaal een uur rusten in de koelkast.

Na het rusten, verdeel je het gehakt in gelijke bolletjes. En maak van deze bolletjes mooie gehaktballetjes.

Verhit in de pan een beetje olijfolie. Braad de gehaktballetjes tot dat de buitenkant een goede krokante laag heeft gekregen. Leg de gehaktballen apart.

Bereiding tomatensaus:

Giet de twee blikken met tomatensaus door een zeef heen met daaronder een kom. Druk de tomatenblokjes met een houten lepel rustig door de zeef heen totdat alleen de velletjes en pitjes in de zeef zitten.

Neem de pan van de gehaktballetjes af met wat keukenrol. Verhit opnieuw dezelfde pan en doe er een goede scheut olijfolie in.

Fruit in de pan de fijngesnipperde uitjes en laurierblaadjes aan tot ze mooi goudbruin zijn.

Doe in de pan de uitgezeefde tomaten, alle kruiden, wijn en zout en peper erbij. Pers tot slot de teentjes knoflook uit en voeg deze toe.

Breng de saus aan de kook en laat het zachtjes pruttelen voor 30 minuutjes.

Proef hierna de saus en voeg eventueel zout en peper toe.

Als de saus naar smaak is, voeg je de Griekse gehaktballetjes toe aan de saus en laat je ze samen nog een kwartiertje doorpruttelen.

Verwijder de laurierblaadjes en proef nog een laatste keer je saus. Is het nog niet helemaal naar wens? Voeg dan nog wat zout en peper toe.

Serveer de gehaktballetjes met rijst.

Bereiding cupcakes:

Klop de boter en suiker met een mixer tot deze romig is.

Voeg een voor een de eieren toe terwijl je de boter blijft mixen. Voeg het volgende ei pas toe als het vorige ei compleet is opgenomen in het deeg.

Voeg daarna het zelfrijzend bakmeel en een snufje zout toe. Blijf mixen tot ook de droge ingrediënten compleet zijn opgenomen in het beslag.

Plaatst in de cupcake vorm de papiertjes en verdeel het beslag eerlijk over de vormpjes.

Plaats je vorm in het midden van de voorverwarmde oven. Bak de cupcakes voor 18 minuten op 180 °C (boven- en onder warmte)

Wanneer je de cakejes uit de oven haalt, laat je ze volledig afkoelen. 

Bereiding vulling en topping:

Zeef de bloem en doe dit met de melk in een steelpannetje, voordat je de pan op een vuurtje zet, klop met een garde de bloem door de melk zodat er geen klontjes in zitten.

Zet het pannetje op het vuur en blijf roeren terwijl je het mengsel rustig aan de kook brengt. Zodra het kookt draai je het vuur lager en laat het mengsel indikken. 

Na ongeveer vijf minuten is het dik genoeg. Controleer dit door een houten prikker in het mengsel te steken. Als de prikker rechtop blijft staan, is het klaar. 

Laat het mengsel afkoelen tot kamertempratuur in een aparte kom met folie erover. Belangrijk is dat dit mengsel glad is en geen kontjes bevat. Zitten er nu wel klontjes in, dan kun je hem het best voorzichtig door een zeef halen.

Terwijl het mengsel staat af te koelen klop je in een andere kom de boter en poedersuiker tot een luchtig mengsel. Voeg dan het vanille extract toe en blijf mengen tot alles is opgenomen. 

Zodra het bloemmengsel goed is afgekoeld kun je deze toevoegen aan het botermengsel. Klop het mengsel nog zo'n vijf minuten goed door. Zet de kom dan weer in de koelkast voor ongeveer een half uur. Daarna is je vanille botercrème klaar voor gebruik!

Gebruik een appelboor om uit het midden van elke cupcake wat cake te verwijderen. Maar let op. Maak het gat niet te diep. 

Vul elke holte van de caupcakes met aardbeienjam. 

Doe de botercrème in een spuitzak en spuit een toef op elke cupcake. Plaats een halve aardbei op elke toef. 

Een tip van Mirjam: "Maak je eigen aardbeienjam, dat maakt het nog lekkerder."